‘De eeuw van Van der Palm!’ Publieke welsprekendheid en de politieke cultuur van de Restauratie in Nederland
DOI:
https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10757Abstract
Johannes Henricus van der Palm (1763-1840) was the most famous orator of his age in the Netherlands. He was educated as a Protestant minister, but the revolutionary movements of the 1780s and 1790s launched him into politics and he became Minister of National Education. His extreme tendency to shy away from public conflicts made him less fit for politics and he returned to academia as a professor of oriental languages and sacred rhetoric, after which he reached the pinnacle of fame by speaking about the virtues of peace and harmony at almost every important public occasion. He personified the virtues of the Restoration (1813-1840) and his magnificent voice added to his attraction. Studying the extreme popularity of his oratory and the reasons why he was praised so much helps to better understand this period which was much more devoted to (classical) eloquence than the time after his death. Only if we understand the importance contemporaries attached to oral instead of just written presentation, can historians begin to reevaluate the Restoration that has always been criticised for being dull, superficial and obsessed with reconciling the polarised society after the revolutionary age.
Johannes Henricus van der Palm (1763-1840) was de beroemdste redenaar van zijn tijd in Nederland. Hij werd opgeleid als predikant, maar de revolutionaire verwikkelingen van de jaren 1780 en 1790 wierpen hem in de politiek en hij werd agent van Nationale Opvoeding. Zijn extreme neiging openbare conflicten te vermijden maakte hem minder geschikt voor de politiek en hij keerde terug naar de universiteit als hoogleraar in oosterse talen en gewijde welsprekendheid en bereikte toen het hoogtepunt van zijn roem als spreker over vrede en verzoening bij vrijwel ieder belangrijk publiek evenement. Hij verpersoonlijkte de deugden van de Restauratie (1813-1840) en zijn prachtige stem versterkte zijn aantrekkingskracht. Bestudering van de enorme populariteit van zijn welsprekendheid en van de redenen waarom hij zo hoog werd geprezen, helpt om deze periode te begrijpen die zoveel meer gehecht en gewijd was aan (klassieke) welsprekendheid dan de tijd na zijn dood. Alleen als we het belang doorgronden dat in die tijd werd gehecht aan orale in plaats van alleen schriftelijke presentatie, kunnen historici de tijd van Restauratie gaan herwaarderen die altijd bekritiseerd is als saai, oppervlakkig en geobsedeerd door de verzoening van de maatschappij na de revolutionaire tijd.
Verzoening met woorden in de negentiende eeuw
De uitzonderlijke speech van Mark Rutte over het coronavirus staat niet in een Nederlandse traditie van spreken door gezagsdragers. Die was er echter wel aan het begin van de negentiende eeuw, toen de beroemde redenaar, minister, predikant en hoogleraar Johannes Henricus van der Palm bij grote nationale gebeurtenissen het woord nam. Hij behoorde tot de laatste generatie die de welsprekendheid leerde volgens de principes van de klassieke oudheid. In zijn artikel voor BMGN – Low Countries Historical Review (135-1) toont Henk te Velde aan dat Van der Palm door zijn redenaarstalent onvoorstelbaar populair werd. Zijn geruststellende en opbeurende toon paste helemaal in de sfeer van verzoening na de crisis van de Franse Revolutie en oorlog rond 1800. Ook zijn heldere en emotionerende stemgeluid droeg daaraan bij. In de vele beschrijvingen van zijn redes kunnen we hem bijna horen spreken. De volgende generatie keerde zich echter tegen zijn postrevolutionaire harmonie en consensus. Thorbecke nam afscheid van Van der Palms verzoenende crisisretorica: geen holle woorden, maar wetenschappelijke precisie! Hardhandig kwam er een einde aan deze traditie; de nadruk op harmonisch overleg zou telkens terugkeren, maar sinds Van der Palm kent Nederland geen traditie meer van ministeriële speeches.
Downloads
Downloads
Published
Issue
Section
License
Authors who publish with this journal agree to the following terms:
a) Authors retain copyright and grant the journal right of first publication with the work simultaneously licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0) that allows others to share the work with an acknowledgement of the work's authorship and initial publication in this journal.
b) Authors are able to enter into separate, additional contractual arrangements for the non-exclusive distribution of the journal's published version of the work (e.g., post it to an institutional repository or publish it in a book), with an acknowledgement of its initial publication in this journal.
c) Authors are permitted to post their work online (e.g., in institutional repositories or on their website) prior to and during the submission process.
Authors are explicitly encouraged to deposit their published article in their institutional repository.